Soekarno was nationalist en streefde naar onafhankelijkheid van Nederlands-Indië met Jakarta als bestuur centrum. Zijn bijnaam was daarom ook  ‘Bung Karno’: vader van de Indonesiërs.Soekarno was lid van zijn eigen partij Indonesische  Nationalistische partij.Op 4 juli 1927 was Soekarno een van de oprichters van de Partai Nasional Indonesia (PNI). De PNI was de eerste politieke partij van Indonesië. De partij was bedoeld  om niet samen te werken met Nederland bij de onafhankelijkheid van Indonesië.

In het interbellum, vooral nadat de Beurskrach van  Amerika daalde (1929), was er in Indië sprake van een economische crisis. De nationalistische beweging kwam in de jaren 1930 op een lager positie  te staan. Toen in 1942 Japan de macht overnam in Nederlands-Indië, kwam het nationalisme flink op. Japan beloof Hatta en Soekarno dat Indië onafhankelijk zou worden en daarom besloten beide leiders met de Japanners samen te werken. De invloed van Soekarno en Hatta op de politiek van Indië nam hierdoor toe.

Soekarno was  een goede spreker. Al voordat hij het presidentschap van de Indonesische Republiek ambieerde, was hij in staat om met zijn speeches hele mensenmassa’s te overhalen . Zijn taalgebruik was niet geaccepteerd

en soms regelrecht hard, maar zijn gebruik van taal, zijn spraak en zijn goed getimede gebaren waren heel zuiver.

Toen de Japanners in 1942 Nederlands-Indië binnenvielen werden zij door grote delen van de bevolking als bevrijders opgevangen. Het Japanse militaire bestuur koos ervoor de nationalistische gevoelens in het land te vormen , om zo de bevolking voor zich te winnen. Nationalisten als Mohammed Hatta namen de ambtsposten over van Nederlanders en Indo-Europeanen, die in slecht bekende  kampen werden opgesloten.  Soekarno werd uit de verbanning gehaald. Hij gaf 100% zijn steun aan het Japanse bestuur in de hoop dat het zou leiden tot de onafhankelijkheid voor Indonesië. Zijn collaboratie met de Japanners was al snel omstreden, want de bevolking had veel te lijden onder de bezetting. Tienduizenden mannen werden verscheept als dwangarbeiders en het Japanse leger eiste een groot deel van de voedselvoorziening op.

Toen het Japanse bestuur  eindelijk definitief instemde met onafhankelijkheid waren de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki al gevallen. Japan capituleerde op 15 augustus 1945, voordat het tot een officiële verklaring kwam. Van alle kanten werd Soekarno aangeraden om toch de onafhankelijkheid te verklaren, maar hij aarzelde om buiten het Japanse bestuur om te handelen. Pas nadat hij en zijn gezin door radicale jongeren werden ontvoerd stemde hij in met het plan. Met steun van de Japanse generaal Maeda tekenden Soekarno en Hatta de volgende dag, op 17 augustus, de onafhankelijkheidsverklaring op.